OVER DE KERK

Mariakerk Krewerd

OVER DE KERK

Het verhaal van de stichting

Volgens de abt is de kerk gebouwd op initiatief van Tyadeke van Krewerd, een edelvrouw, die resideerde in de 'Steenhuusterheerd'. Tyadeke kwam niet spontaan tot haar besluit om in Krewerd een kerk te bouwen - maar pas nadat zich in haar familie een drama had afgespeeld. Ook de bouw van de kerk verliep niet zonder problemen.


Belofte maakt schuld

Het verhaal van de abt begint rond 1260. Tyadeke heeft net haar man verloren, die van zijn paard is gevallen en na een kort ziekbed is overleden. Met hulp van haar zoon Menco komt ze het verlies echter te boven en wordt ze snel weer de oude. Maar als Menco enige tijd later ziek wordt en dreigt te overlijden, raakt ze in paniek. Als goede gelovige zoekt ze haar heil bij God en ze belooft Hem dat ze een kapel zal stichten als Hij zorgt dat Menco beter wordt. En zie het wonder dat nu geschiedt: Menco knapt zienderogen op en is na korte tijd weer helemaal gezond! 


Tyadeke's blijheid kent geen grenzen en dolgelukkig pakt ze de draad van haar leven weer op. Maar ze vergeet haar belofte na te komen. In plaats van een kapel te bouwen gaat ze op zoek naar een geschikte echtgenote voor de jongen - die haar ook een erfopvolger kan bezorgen - en arrangeert zij een huwelijk met Tete, de knappe dochter van de deken van Loppersum - die ook de nodige 'pitjes' heeft.


Het noodlot slaat toe

Intussen lijkt het erop dat de Almachtige - die Liefde is - Tyadeke haar omissie heeft vergeven: de jongelui trouwen met elkaar, vieren hun verbintenis met een schitterend feest en geven zich over aan de liefde, die korte tijd later haar vrucht afwerpt. Tete's buik wordt dikker en ronder en duidelijk is te zien dat er een kindje zit aan te komen.


Maar dan slaat het Noodlot toe - onverwacht en onverbiddelijk. Menco wordt opnieuw ziek en dit keer zo ernstig dat hij binnen enkele dagen overlijdt - ondanks de smeekbeden van Tyadeke - die radeloos is als ze zich realiseert dat ze haar belofte niet is nagekomen en haar Heer smeekt om haar te vergeven.


Ze krijgt echter geen gehoor - integendeel: door de dood van haar geliefde raakt de zwangere Tete zo van slag, dat de vrucht in haar buik te vroeg ter wereld komt. Als het jongetje al na enkele uren overlijdt, stort Tete volledig in - ze praat niet meer, ze reageert niet meer - en na enkele weken sluit ook zij voorgoed de ogen.


In korte tijd is Tyadeke haar zoon, haar kleinzoon en haar schoondochter kwijtgeraakt. In haar wanhoop geeft ze Tete's moeder de schuld van alle ellende en weigert ze de bruidsschat van het meisje terug te geven. En de tragedie had zeker nog een staartje gekregen als ze niet bij haar positieven was gekomen en geluisterd had naar haar innerlijke stem. 


De schuld ingelost

Ze ziet in dat strijd met de moeder van Tete haar niet verder helpt en dat alleen nederigheid en aanvaarding van haar lot haar innerlijke vrede kunnen brengen. Verrijkt met dit inzicht - dat ons allen tot steun kan zijn - neemt ze een besluit en begint ze voorbereidingen te treffen voor de bouw van een kapel, precies zoals ze God heeft beloofd. Als plaats voor de kapel kiest ze een perceel grond ten noorden van de Steenhuusterheerd, wat hoger op de wierde, waardoor de kapel in de zon ligt en je hem van veraf ziet als je naar Krewerd komt. Met hulp van de monniken van Wittewierum begint ze aan de bouw, die vele jaren in beslag zal nemen en haar levenswerk zal worden. In 1281 is de kapel eindelijk klaar. Ze laat hem inwijden en draagt hem op aan Maria - die de moeder is van alle mensen. Ze schenkt het gebedshuis aan het klooster, dat haar met raad en daad heeft bijgestaan. Daar tekent de abt de stichtingsgeschiedenis op van het vriendelijk ogende gebouw dat wij vandaag de dag kennen als de Mariakerk.

Foto boven: 'De moeder van Menco', toneelvertolking van het verhaal van Tyadeke tijdens het Festival 'Veur Aaltied' in de Mariakerk van Krewerd in juni 2019. Foto: Jan Zeeman.

Overstromingen

Foto boven: Sint Elisabethsvloed 18 - 19 november 1421


Tijdens de bouw van de kapel kampen de monniken en arbeiders regelmatig met slecht weer. Soms regent het wekenlang en storten delen van de fundering in, die dan weer moet worden hersteld. Het optrekken van de muren - met kloostermoppen en leem - kost door de zware regenval ook veel meer tijd dan ze hebben ingeschat. Er vinden meerdere malen overstromingen plaats. Tijdens de Sint Luciavloed - 1277 - verdwijnen meer dan dertig dorpen in de golven. Krewerd wordt weliswaar gespaard - maar de oogst van 1277 spoelt volledig weg, waardoor er geen geld binnenkomt om  de bouwmaterialen te betalen. Door dergelijke tegenslagen duurt de bouw van de kapel in totaal eenentwintig jaar en kan de Mariakerk pas op 13 mei 1281 worden ingewijd. 

Eindresultaat

Foto boven: Kerk van Meeden - een goed voorbeeld van een zaalkerk


De kapel die op 13 mei 1281 op de wierde van Krewerd wordt ingewijd, ziet er nog niet zo uit als de kerk die wij vandaag de dag kennen als de Mariakerk. Het is een eenvoudige rechthoekig gebouw van 8 bij 20 meter met een zadeldak en een lage ingang aan elke lange zijde - een zaalkerk. Het interieur is sober, de muren zijn niet versierd maar effen rood geverfd. Er is geen doksaal, geen orgel, geen preekstoel; en er zijn geen kerkbanken. Ook de toren is er niet, die verrijst pas in de 15-e eeuw. Na de reductie (1594) brengen de protestanten nog diverse veranderingen. Pas eind 18-e eeuw ziet de Mariakerk er ongeveer uit zoals nu.

Mariakerk Krewerd

Doksaal

Foto boven: noordelijke arcade van het doksaal van de Mariakerk Krewerd. Foto: Anton Tiktak

'Heilige ruimte'

Twintig jaar na de bouw (1300) - de kapel is inmiddels aan klooster 'Bloemhof' overgedragen - brengen de monniken achterin de kapel  een scheidingswand aan, een zogenaamd 'doksaal'. Ze doen dit omdat ze een eigen ruimte willen in de kerk, waar ze ongestoord hun koorzangen kunnen zingen. Deze koorzangen - waarbij ze in kleine groepen staan en om beurten religieuze teksten zingen - zijn voor de monniken van grote betekenis: ze belichamen hun spirituele band met de Allerhoogste Macht. Meerdere keren per dag onderbreken ze daarom hun 'wereldse werk' op het land om in de Mariakapel te gaan zingen.


Foto boven: Opgebonden korenschoven op het Groninger land - Meermalen per dag onderbreken de monniken van Bloemhof hun werk op het land om geestelijke liederen te zingen in de Mariakapel.

Nieuwe gewelven

Foto boven: Meloengewelf in de Mariakerk Krewerd


De Mariakapel die Tyadeke heeft laten bouwen, heeft drie romaanse meloengewelven (foto boven). Elk gewelf is opgebouwd uit acht gebolde gewelfkappen, die worden gescheiden door ribben. De ribben worden aangebracht ter versiering, ze hebben geen dragende functie.

Als de toren wordt gebouwd, is de Gotiek in zwang. Daarom krijgt de toren geen meloengewelf maar een gotisch kruisribgewelf (foto onder). Bij een kruisribgewelf rusten de vier ribben op een vierhoekige basis en hebben wel een dragende functie. Bij de constructie worden eerst de diagonaalribben en de gordelbogen gebouwd. Daarna wordt de ruimte tussen de ribben opgevuld met metselwerk. 

Bij de bouw wordt ook het meest westelijke meloengewelf afgebroken en vervangen door een gotisch kruisribgewelf. Hierdoor heeft de Mariakerk nu twee meloengewelven en twee kruisribgewelven. De verschillen tussen beide bouwstijlen zijn goed te zien.

Foto boven: Kruisribgewelven in de Mariakerk Krewerd. Op de voorgrond een stukje meloengewelf. Foto: Anton Tiktak

Afschrikken

Als de toren af is ziet hij er heel anders uit dan nu. De eerste versie heeft geen ingang en geen galmgaten. Die worden in de 18-e eeuw aangebracht. Er zit ook geen tentdak op zoals nu maar een zadeldak. Het is een massief gevaarte dat er dreigend uitziet (foto). Dit is ook de bedoeling. Net als de vroegere steenhuizen moet de toren rovers en vijandelijke bendes afschrikken.

Foto boven: De Kosterij van Krewerd vlak vóór de restauratie in 1972. Links achter de ingestorte schuur.

Kosterij ook gerestaureerd

Op de 'remake' van de Mariakerk volgt nog een bonus. Tijdens de restauratie besluit men ook de Kosterij te restaureren. Deze kosterij - gebouwd in 1764 - is eigendom van de Nederlands Hervormde Kerk maar wordt in 1927 aangekocht door landbouwer L. van Niejenhuis uit Krewerd om dienst te doen als zondagsschool. Na de oorlog komt het huis in gebruik als woonhuis. Net als de kerk verkeert het eind 1960 in erbarmelijke staat. Het dak van de schuur is gedeeltelijk ingestort en de zuidoost gevel is ernstig gehavend. Onder leiding van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed neemt men de restauratie ter hand. De schuur blijkt dusdanig slecht dat deze moet worden afgebroken. Het hoofdhuis kan echter volledig worden hersteld, waarbij het zijn tegenwoordige uiterlijk krijgt. In 2008 worden de bovenverdieping en de entree verbouwd onder toezicht van de dienst monumentenzorg van de gemeente Delfzijl. De Kosterij is tegenwoordig in gebruik als woonhuis.

Foto boven: De Kosterij van Krewerd direct na de restauratie van 1972. Vóór het huis het gereedschap dat bij de restauratie is gebruikt. Foto: archief Wiebe Kool, Holwierde

Cultuurhistorie van Krewerd gered

Zo krijgt de lange en rijke cultuurhistorie van Krewerd - die even aan een zijden draadje hangt - toch een vervolg in onze tijd en kunnen wij dankzij het initiatief van Marten Bos blijvend genieten van het moois dat Krewerd te bieden heeft.

Mariakerk Krewerd

Kerktuin

Rondom de Mariakerk ligt een kerktuin die tot 1860 gebruikt is voor begravingen. De kerktuin ligt op het op één na hoogste punt van de wierde van Krewerd op 2.33 meter boven NAP.

Ringsloot

Aan de noordkant van de kerktuin loopt een oude ringsloot, een restant van de edele 'Bunnemaheerd' die in de middeleeuwen ten noorden van de Mariakerk stond. Op de minuutkaart uit 1830 (foto boven) is te zien dat de sloot naar beneden afbuigt en uitkomt in de gracht van de boerderij ten zuiden van de kerk - de tegenwoordige 'Bonnemaheerd'. In de 19-e eeuw dempt men dit deel van de ringsloot om de bouw van een schooltje mogelijk te maken tussen de Mariakerk en de Kosterij en om het Kerkpad door te trekken. Tegenwoordig is alleen de noordelijke ringsloot nog te zien.

Foto boven: Zuiltje met plaquette ter nagedachtenis aan Dien Sevenster - Meuter in de kerktuin van de Mariakerk.

Gedenksteen

In de kerktuin liggen enkele grafzerken. Verder staat er een zuiltje met een plaquette ter nagedachtenis aan mevrouw D. (Dien) Sevenster- Meuter (foto boven). Zij was de dochter van dominee Meuter en groeide op in de 'nieuwe' pastorie aan de Pastorieweg (foto onder). Met veel liefde en oog voor detail beschreef zij haar jeugdherinneringen in het boekje 'Krewerd Herinneringen en oude verhalen'. Haar as is in de kerktuin uitgestrooid.

Foto boven: De nieuwe Pastorie van Krewerd (1910) waar mevrouw Sevenster haar jeugd doorbracht. Op de voorgrond met kruiwagen de jonge Dien Sevenster (?)

Tuinvrijwilligers

De kerktuin van de Mariakerk wordt onderhouden door vrijwilligers uit het dorp Krewerd. De Plaatselijke Commissie Mariakerk Krewerd ontvangt een jaarlijkse bijdrage in de onderhoudskosten van de Stichting Oude Groninger Kerken.  

Vieringen

Bij mooi weer wordt de kerktuin van de Mariakerk gebruikt voor vieringen en andere feestelijke bijeenkomsten. De kerktuin kan ook worden gehuurd.

We gebruiken cookies om u de beste ervaring op onze website te geven. Als u uw voorkeuren wilt wijzigen, kunt u dit doen door de instructies hier  te volgen.
×
Share by: